Een verslag van de gespreksavonden tot nu toe.
Er is iets dat ons samendrijft als een roedel, op zoek naar iets dat ons sterker maakt.
In tijden van het individualisme worden we terug naar elkaar gedreven. Een onderstroom brengt ons dichter bij elkaar en daardoor misschien ook terug dichter bij onszelf.
Termen als ‘Polyfonie’ en ‘netwerk’ zijn woorden die schijnbaar lijken toe te dekken waar we zo zeer naar toe op zoek zijn. Het doorbreken van een isolement? Iemand zijn is misschien ook wel gemakkelijker in een netwerk? Je mag er spreken, als je voldoende luistert.
In ieder geval zien we wat isolement en een te kort aan dialoog doet met een mens. Misschien geraken we daardoor wel des te meer van elkaar verwijderd? Wat gebeurt er als we monddood worden? Geraakt je taal verwijderd van die van ons? Is het daarom dat we maar niet in gesprek geraken met elkaar?
Het huis ten velde Bekegem lijkt een plek om te onthaasten in warme kring. Voor diegene die willen.
Hoe we dit voor elkaar krijgen is opnieuw een kwestie van dialogeren.
De eerste avond: tijd en ruimte.
‘De eerste avond gingen we van start. Stefaan wreef in zijn handen. Zijn voorbereiding sprak alvast boekdelen. Helaas hadden we al wat gegeten.
Na wat aarzelende blikken viel Frank uiteraard met de deur in huis.
Hij grapte wat met de neurotische starheid waarmee we naar woorden hengelden zoals eendjes op de kermis. Al snel werd duidelijk dat het net daar is dat de ironie van de psychose bij ons allen inslaat als een bom. Hoe eenzaam we in wezen zijn als we anderen missen.
Het is dan ook niet toevallig dat mensen psychotisch worden of liever in een menselijke ‘crisis’ gaan, als ze geconfronteerd worden met dood en verlies. Op welke manier dan ook.
De eerste avond mondde eigenlijk vooral uit in het plannen van een verder spreken. We waren bereid los te laten wat we nog niet concreet konden bedenken.
Hoewel we allen nog veel vragen hadden, is hier een eerste zaadje geplant.
De tweede avond: psychotische avonden zijn de leukste.
Bij het binnenkomen was het opnieuw gewoon worden aan hoe de tijd plots stiller komt te staan. Reeds 10 minuten waren we voorzichtig van start gegaan, tot we een mooie motor zagen verschijnen aan het raam. Het was Steven die zijn helm afnam en de tijd liet glijden om zijn zintuigen af te stemmen op de Bekegemse avondlucht en het omringende groen dat het te bieden heeft. Ik kon me niet ontdoen van de gedachte: ‘Wie is dat?’ Enige spanningsopbouw heerste nog voor hij zijn eerste woord uitsprak. Hij had het ijs gebroken. Hij sprak over psychose als een spirituele ervaring en eyeopener. Zijn werk bij een multinational had hem getroffen. Toeval of niet, het gesprek mondde uit in de rechtstreekse en onrechtstreekse druk die heerst als je psychotisch bent. Je wordt gedwongen om de tijd stil te zetten. Meer zelfs, je vlucht uit een ondraaglijke realiteit zodat je droomt met je ogen open. Je spreekt en denkt in metaforen.
Valentijn kwam op dreef en kon eens vrij spreken over zijn medicatie. ‘Ari-pi-pra-zol’.
‘Het woord eindigt op ‘ol’, net zoals bij alcohol. Ik wil denken aan mijn gezondheid. Cola mag ik dus ook niet drinken. Er zit alcohol in. Ik word gedwongen om medicatie te nemen, maar ik wil mij richten op gezonde voeding.’ Nog iemand pikte hierop in: ‘Het nam iets fundamenteel weg bij me. Er worden vaak te hoge dosissen gegeven of te weinig afgestemd.’
Wordt de dialoog wel genoeg aangegaan? Krijgt men voldoende een stem in het gebeuren? Maar wat als je plots dingen doet die voor anderen onverwachts zijn en beangstigen?
Ook familieleden hebben ervaringen met medicatie en vonden het moeilijk om aansluiting te vinden in de associativiteit van hun naaste. Daarom is het zo belangrijk van netwerkpartners te betrekken die één ieder van ons helpen vertalen. Het is vaak zo dat familieleden niet weten wat er allemaal speelt en soms kunnen ze moeilijk luisteren, omdat het emotioneel zo dicht komt dat er weerstand komt.
Wat is er dan precies nodig in een psychotische crisis? Kan ‘El Camino’ een toevluchtsoord betekenen in eerste plaats? En pas in 2de plaats een tijdelijke woonst?
Kortom kunnen we stellen dat onze open dialoog geleid heeft tot het uitdiepen van betekenissen. Woorden worden ruimer bekeken vanuit de verschillende perspectieven van de aanwezigen. Hoe is het als papa? Als mens in crisis? Als moeder? Als dochter? Als buurman? Als vriend? En ga zo maar door. Dit terwijl woorden vaak ook vasthangen aan een cultuur of een bepaalde tijd.
We leven in een tijdperk waar diagnoses worden gebruikt om mensen te labelen, terwijl men vroeger in de klas leerlingen kenmerkte met woorden als: ‘De dromer, de potloodscherper en de amokmaker.’ Nu zijn ze de ADHD’er, de autist en de psychoot geworden.
Ach, laten we gewoon spreken van mens tot mens?
De derde avond: reeds wat stengels en bladen
Stefaan steekt na een tweede keer terug van wal. Verbazend hoe hij voet bij stuk houdt. Misschien zijn we als mens niet zo verschillend.
Onze bevindingen zijn dat er tussen opname en thuis nog weinig interactie is. Dat er heel wat voorzieningen zijn, maar eigenlijk zijn er nog weinig alternatieven voor een opnamedienst.
Bovendien biedt het model ‘Open Dialogue’ uit Finland veel nieuwe perspectieven, gezien er daar weinig tot geen gebruik meer is van antipsychotica.
Hier in België doen de pillen vergeten, maar nadien komen onbesproken zaken terug boven en slaan ze terug in je gezicht als een boemerang. Zo vertelden verschillende aanwezigen het verhaal van verschillende psychoses ten gevolge van een ontweken dialoog.
Het is spijtig te moeten vaststellen dat belevingen zoals: ‘betutteling’, ‘gebrek aan ziekte-inzicht’, en ‘identiteitsberoving’ gerelateerd worden met het huidige psychiatrische apparaat.
In Finland is men louter van start gegaan met principes die uit onderzoek leken te ‘werken’. Het belangrijkste hiervan zou zijn om de verbrokkelde communicatie binnen een netwerk te lijmen.
Men gaat denken en spreken voorbij de handicap. Meer bepaald gaan ze uit van iets dat binnen een familiesysteem ondraaglijk wordt en zich op een gegeven moment toont als een psychotisch symptoom.
Het feit dat ‘Open Dialogue’ een sterk onderbouwd model is die mooi overlap toont met een simpele menselijke dialoog zoals dat misschien vroeger vaker gebeurde binnen een gemeenschap met de pastoor?
De derde open avond was iets heftiger. Ik vermoed dat niet alleen de opkomst hier een rol in speelde, maar ook een spreken dat zich verder ontplooit.
Het samenzijn bracht leven en betekent concreet dat we onze aanwezigheid willen uitbreiden naar een rol in dit project. Zo werd er alvast gesproken over het spirituele luik, het belang van lichaamsgerichte therapie en de beschikbaarheid van de locatie.
Ook leek het ons een minimum dat als iemand tijdelijk komt inwonen, ze toch twee naasten hebben die hen vergezellen in een open dialoog gesprek en daarnaast ondersteuning bieden in dagdagelijkse functies.
Stefaan faciliteert het gebeuren, een vrijwilliger coördineert en ondersteunt.
Kleine indrukken van die avond blijven bij:
‘Zag je die bokszak in de tuin?’, ‘Je zou in die tuin groentjes kunnen kweken en Yoga!’, ‘Zie eens wat een natuur er is om in te wandelen?’
Tot slot heeft Nicolas ooit nog gedroomd dat zijn ouderlijk huis zou worden besteedt aan een project als dit.